Sabine over kunst

9
dec
2020
preview_TIG_1813-PSA-Wilfried

Telkens wanneer ik het beeld van Kati Heck op het Puurse Dorpshart voorbijloop word ik blij van de energie die de in brons gegoten “Sähfrau” rondstrooit. Ik hoef de bedoeling van de kunstenaar niet te kennen of de betekenis van haar werk, de pittige zwier ervan volstaat om mij vrolijk te stemmen.

Natuurlijk is kunst niet altijd aangenaam en innemend. Ze kan net zo goed verdriet, heimwee of onbehagen opwekken. Ze kan het leven idealiseren, maar ook de scherpe, onbegrijpelijke en sombere kanten ervan blootleggen, want kunst is even veelzijdig en onvoorspelbaar als het leven zelf. “Als we het leven niet moeilijk zouden vinden zou schoonheid niet de aantrekkelijkheid hebben die ze nu heeft” stelt de Britse filosoof Alain de Botton. Of kunst nu het vermogen bezit om ons op te vrolijken of diep in onze ziel door te dringen, levenslust op te wekken of onze sterfelijkheid te onthullen, volgens de filosoof is ze een betrouwbare gezel die ons kan begeleiden, ontroeren en troosten.

Kunnen we leven zonder kunst? Vast en zeker, zoals we ook kunnen leven zonder muziek, zonder de Ronde van Vlaanderen, zonder boeken, voetbal of film. Waarom kijkt de ene dan toch vol verwachting uit naar een bijzondere wedstrijd en de andere naar een concert, waarom worden schrijvers, kunstenaars en acteurs gelauwerd, waarom willen we afscheid nemen van de doden met bloemen en muziek? Waarom zijn paleizen, kerken en musea gevuld met kunst? Waarom - als ze zo onbeduidend en bijkomstig is - vernietigen vijanden de kunst van hun tegenstander of nemen ze die triomfantelijk mee als oorlogsbuit?

Beelden en verhalen, muziek en dans, wetenschap en spel zijn de uitdrukking van een uniek soort creativiteit, van het menselijk surplus dat de compost vormt waarop de samenleving gedijt en tot ontplooiing komt. Zonder die scheppende verbeelding verschrompelt onze horizon tot een iele lijn waarachter de leegte gaapt. Daarom is het goed dat kunst zich sinds enkele decennia losweekt van museumzalen en galeries en steeds vaker bezit neemt van de publieke ruimte, van parken, pleinen en cultuurcentra. Zoals muziek gespeeld moet worden, zo moet beeldende kunst gezien worden, anders verliest ze haar reden van bestaan.

Kunst wordt voor mensen gemaakt en elke ontmoeting ermee verruimt onze kijk op de wereld, op ons ontstaan, bestaan en vergaan. Ze leert ons schoonheid zien waar we die nooit vermoed hadden, doet ons onze oordelen wikken en wegen en scherpt onze blik. Zo stond ik er nooit bij stil dat het zaaien altijd gebeurt door mannen, tot ik Kati Hecks  “zaaivrouw” die handeling zag overnemen met een dansende gezwindheid die geen zaaier haar ooit voordeed. Denkt u er nog eens aan, als u deze in brons gegoten vrouw passeert, wat ze u allemaal kan vertellen over de tradities en clichés waar we mee opgroeien en waar we ons nooit of amper vragen over stellen. En geniet van haar gul, leven schenkend gebaar.

Sabine Alexander